Tweede Kamerverkiezingen 1864

Tweede Kamerverkiezingen 1864
Datum 14 juni 1864
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 39
(36 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
← 1862     1866 (I) →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Tweede Kamerverkiezingen 1864 waren periodieke Nederlandse verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 14 juni 1864.

Nederland was verdeeld in 39 kiesdistricten, waarin 75 leden van de Tweede Kamer gekozen werden.[1] Een kiezer bracht evenveel stemmen uit als er afgevaardigden in zijn kiesdistrict gekozen werden. Om gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel behalen.[2]

De verkiezingen werden gehouden vanwege het periodiek aftreden van 36 leden van de Tweede Kamer van wie de zittingstermijn afliep op 18 september 1864. Tevens werden verkiezingen gehouden voor drie nieuwe zetels vanwege de uitbreiding van de Tweede Kamer van 72 naar 75 leden; de hierbij betrokken kiesdistricten waren Deventer en Haarlem (beide van een naar twee afgevaardigden) en het nieuw ingestelde kiesdistrict Winschoten (een afgevaardigde).

In tien kiesdistricten[3] was een tweede verkiezingsronde benodigd tussen de twee hoogstgeplaatste (niet-direct gekozen) kandidaten uit de eerste ronde vanwege het niet-behalen van de districtskiesdrempel. Deze tweede ronde vond plaats op 28 juni 1864.[4]

Uitslag

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Groepering[5] Zetels
1862[6] Af[7] Bij[8] Bij[9] 1864 +/-
thorbeckianen   23/21  9 10 1 23 +2 
liberalen   19/21 12 11 2 22 +1 
conservatieven   15/16  9 10 17 +1 
conservatief-liberalen  4  2  2   4  0
antirevolutionairen  4/3  1  1   3  0
conservatief-protestanten  3  2  2   3  0
conservatief-katholieken  3  1  0   2 -1
gematigde liberalen  1  0  0   1  0
totaal 72 36 36 3 75 +3

Gekozen leden

Zie Lijst van Tweede Kamerleden 1864-1866 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vanwege de uitbreiding van het zetelaantal van de Tweede Kamer werden de volgende drie leden gekozen:

  • in het kiesdistrict Deventer: Albertus van Delden (liberalen);
  • in het kiesdistrict Haarlem: Asser van Nierop[10] (thorbeckianen);
  • in het kiesdistrict Winschoten: Willem Jonckbloet (liberalen).

Bij de periodieke verkiezingen werden 28 leden herkozen. De stemmingen voor de overige acht vacatures hadden de volgende resultaten:

  • in het kiesdistrict Amsterdam versloeg Jan van Swieten (52,9%, liberalen) het aftredende lid Jan Heemskerk Azn. (48,4%, liberalen);
  • in het kiesdistrict Breda werd Petrus Hollingerus Pijpers (thorbeckianen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Cornelis Oomen (liberalen) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Goes werd Jean de Laat de Kanter (liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Bernhard van Diggelen (liberalen) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Gorinchem werd Gerrit Simons (conservatieven) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Johannes van der Poel (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict 's-Gravenhage versloeg Jacob van Zuylen van Nijevelt (52,2%, conservatieven) het aftredende lid Willem Gevers Deynoot (38,9%, thorbeckianen);
  • in het kiesdistrict Hoorn was in eerste instantie Asser van Nierop gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Peter Tutein Nolthenius (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn. Van Nierop was echter ook gekozen in het kiesdistrict Haarlem, waaraan hij de voorkeur gaf.[10] Om in de ontstane vacature te voorzien werd een naverkiezing gehouden, waarbij Willem van Goltstein van Oldenaller (conservatieven) gekozen werd;
  • in het kiesdistrict Maastricht versloeg Paul van der Maesen de Sombreff (82,6%, thorbeckianen) het aftredende lid Edmond van Wintershoven (16,6%, thorbeckianen);

De zittingsperiode van de Tweede Kamer ging in op 19 september 1864. De zittingstermijn van Tweede Kamerleden bedroeg vier jaar.[11][12]

Bronvermelding

Bronnen

  • Verkiezingen Tweede Kamer 1848-1918 op huygens.knaw.nl
  • Indeling kiesdistricten vanaf 1864, Staatscourant, 7 mei 1864
  • Ron de Jong (1999). Van standspolitiek naar partijloyaliteit. Verkiezingen voor de Tweede Kamer 1848-1887. Verloren, Hilversum. ISBN 90-6550-069-3.
  • Ron de Jong, Henk van der Kolk, Gerrit Voerman (2011). Verkiezingen op de kaart 1848-2010. Matrijs, Utrecht. ISBN 978 90 5345 437 4.

Noten

  1. Acht enkelvoudige kiesdistricten kozen één lid, in 29 meervoudige kiesdistricten werden twee leden afgevaardigd, in het kiesdistrict Rotterdam drie en in het kiesdistrict Amsterdam zes.
  2. De districtskiesdrempel werd bepaald door de volgende formule: 50% van het aantal uitgebrachte geldige stemmen, gedeeld door het aantal in het district te verkiezen zetels.
  3. Amsterdam, Deventer, Dordrecht, Goes, Gorinchem, Haarlem, Hoorn, Leeuwarden, Sneek en Winschoten.
  4. In het kiesdistrict Winschoten werd de tweede ronde gehouden op 2 augustus 1864 en in het kiesdistrict Hoorn op 4 augustus 1864.
  5. In 1864 bestonden nog geen politieke partijen. Gekozen leden sloten zich gewoonlijk eerst na hun verkiezing aan bij een kamerfactie.
  6. Een wijziging van het aantal zetels van een groepering is ontstaan door tussentijdse verkiezingen gedurende de zittingsperiode.
  7. Aftredend in 1864 vanwege het bereiken van het einde van de zittingstermijn.
  8. Gekozen c.q. herkozen bij de periodieke verkiezingen in 1864.
  9. Gekozen vanwege de uitbreiding van de Tweede Kamer in 1864.
  10. a b Het was volgens de vigerende wetgeving geoorloofd zich in meer dan één kiesdistrict kandidaat te stellen. Als iemand in meerdere districten gekozen werd, diende hij vervolgens aan te geven voor welk district hij in de Tweede Kamer zitting wilde nemen; in het andere district/de andere districten werd dan een naverkiezing gehouden.
  11. Om de twee jaar was de helft van de Kamerleden aftredend.
  12. Door de tussentijdse ontbinding van de Tweede Kamer in 1866 traden alle leden af op 30 september 1866.
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Algemeen:1848 · 1850 · 1853 · 1866 · 1868 · 1884 · 1886 · 1887 · 1888 · 1891 · 1894 · 1897 · 1901 · 1905 · 1909 · 1913 · 1917 · 1918 · 1922 · 1925 · 1929 · 1933 · 1937 · 1946 · 1948 · 1952 · 1956 · 1959 · 1963 · 1967 · 1971 · 1972 · 1977 · 1981 · 1982 · 1986 · 1989 · 1994 · 1998 · 2002 · 2003 · 2006 · 2010 · 2012 · 2017 · 2021 · 2023
Periodiek:1852 · 1854 · 1856 · 1858 · 1860 · 1862 · 1864 · 1866 · 1869 · 1871 · 1873 · 1875 · 1877 · 1879 · 1881 · 1883
Periodieke verkiezingen werden in de periode 1850-1888 gehouden in een kiesdistrict waar de zittingstermijn van een lid (vier jaar) afliep. Gemiddeld was bij periodieke verkiezingen de helft van de Tweede Kamerleden aftredend. Bij algemene verkiezingen in deze periode, na ontbinding van de Tweede Kamer, werden alle Kamerleden opnieuw gekozen, evenals bij alle verkiezingen vanaf 1888.